Boeiend in de krant te lezen dat wetenschappers de straat op gaan om op te komen voor hen die waarde hechten aan echte feiten en niet – zoals de populisten – naar behoefte de werkelijkheid verdraaien. Goed! Fijn! Fantastisch! Maar toch krijg ik er enigszins de kriebels van in mijn maag. Ik heb namelijk de indruk dat men een nieuwe tweedeling aan het introduceren is, die van (1) de mensen die uitgaan van de feiten en (2) de mensen die zich bedienen van alternatieve feiten. In deze blog wil ik de kloof dichten door tenminste één waardevolle tussencategorie te benoemen. Mijn stelling is: als er een probleem ontstaat rond een tweedeling, maak er een driedeling van.
Impliciete kennis
Godfried Bomans stelde ooit: “De waarheid wint aan waarde op het moment dat het een leugentje wordt.” Hiermee komt een derde groep in beeld. Hebben we het over feiten, dan raken we aan wat we kennis noemen en bij kennis maken we onderscheid naar expliciete en impliciete kennis. Expliciete kennis kun je op papier zetten, impliciete kennis niet. Die is verborgen, moeilijk over te dragen. De Engelsen spreken over ’tacit knowledge’ wat letterlijk vertaald ‘stilzwijgende kennis’ betekent. Feiten ressorteren onder expliciete kennis. Ze zijn meetbaar, te objectiveren. Echter, ze sluiten impliciete kennis – het niet meetbare – uit. Toch is deze kennis wel van cruciaal belang voor het overleven in een complexe realiteit.
Verhalenvertellers
Mensen dragen impliciete kennis over door elkaar verhalen te vertellen. Verhalen zijn geen letterlijke afbeeldingen van de impliciete kennis, maar de impliciete kennis zit erin verstopt. Verhalen zijn fragmentarisch, kunnen van de hak op de tak springen, vergroten zaken uit en kunnen volledig onwaar zijn, als een broodje aap. Verhalenvertellers plaatsen onbewust zaken op de voorgrond en zetten daarmee andere zaken op de achtergrond, ze variëren in ritme, golven op en neer in spreekfrequentie, stotteren zo nu en dan, laten stiltes vallen en ondersteunen betooglijnen met lichaamstaal en mimiek. Verhalen kunnen alle kanten uitgaan. Op de één of andere wijze zijn mensen in staat daar kennis aan te ontlenen. Ze luisteren niet alleen naar wat verteld wordt, maar ook naar wat de verteller buiten beschouwing laat. Het menselijke brein functioneert in sterke mate niet-lineair. In de vervorming van de feitelijkheden – het leugentje – zit impliciete kennis verpakt. Kortom, zoals Godfried Bomans al stelde: het leugentje voegt waarde toe.
Driedeling
Er is geen harde lijn te trekken tussen leugen en waarheid en feiten zijn te kaal om waarden in het leven te duiden. Vandaar dat ik pleit voor een driedeling:
- De feitenfanatici: zij die feiten zien als dé basis voor het doorgronden van de werkelijkheid;
- De feitenverrijkers: de verhalenvertellers die door het vervormen van de werkelijkheid impliciete kennis weten over te dragen;
- De feitenverdraaiers: zij die – veelal om politieke redenen – geen waarde hechten aan feiten en alternatieve werkelijkheden creëren.
Tezamen spelen ze het spel dat we werkelijkheid noemen, een realiteit waarmee we hebben te dealen. Dat er mensen zijn die geen waarde toekennen aan feiten… is namelijk een feit.