Geldofcs

Iedereen is uniek

Fragment uit 'Life of Brian' van Monty Python.

Ooit stelde Hans van Mierlo dat we geen beleid moeten maken voor de maatschappij, maar vanuit de maatschappij. Als je uitgaat van de kracht van mensen, moet je die kracht kennen en niet temmen. Dat vraagt om een nieuw elan in de democratie. Gisteren 13 april hadden we een regionale bijeenkomst van D66-leden (regio Fryslân) en daar sprak Stientje van Veldhoven, in 2014 verkozen tot het duurzaamste Tweede Kamerlid. Haar verhaal ging over duurzaamheid. Een goed verhaal, gebracht met passie, vanuit betrokkenheid. Ik kon één vraag stellen en wilde daar graag over doorpraten, maar ze moest – als groene politicus – de trein halen. Dus schrijf ik deze blog. In mijn ogen is er pas echt sprake van een duurzame ontwikkeling als er iets verandert in de grondhouding van alle mensen, vanuit een intrinsieke gedrevenheid. Dat krijg je niet voor elkaar door generieke principes uit te storten over die mensen. De kunst is om te werken vanuit het specifieke… en dat is complex. Mijn stelling is dat de complexiteit die voortkomt uit het feit dat iedereen uniek is, processen anders lopen dan verwacht en niets is zoals we denken dat het is, de krachten levert waardoor we het uiteindelijk voor elkaar krijgen.

Delhi, 15 september 2016. Hoe geef je hier vorm aan duurzaamheid?

Rivieren

Vorig jaar was ik in India, op een conferentie over rivieren. Ik mocht daar een keynote presenteren. India is het land van Mahatma Gandhi. Hij stelde ooit “de kwaliteit van de maatschappij weerspiegelt zich in de wijze waarop deze omgaat met water.” En als je mensen deze spiegel voorhoudt, dan schrikken ze. In veel landen zijn rivieren teruggebracht tot vervuilde modderstoompjes waaraan mensen drinkwater onttrekken en waarin ze ook de was doen. Na hevige neerslag zwellen de rivieren aan en worden woningen in slums weggevaagd. Wat mij opviel tijdens het symposium, is dat er ruwweg twee soorten presentaties waren: (1) van mannen met macht en (2) van vrouwen met visie. De mannen met macht, vaak representanten van de westerse wereld, gesteund door de Wereldbank, gingen ons uitleggen hoe de wereld in elkaar zit, met een arrogantie à la G.B.J. Hiltermann. Hun generieke wijze van redeneren is: “rivier + watertekort = stuwdam.” Er worden – nog steeds – wereldwijd stuwdammen aangelegd, tegen beter weten in. Ze resulteren in ecologische drama’s en ondergraven sociale systemen. Stuwdammen zijn metaforen voor interessante business modellen… voor westerse bedrijven. De vrouwen met visie werken op microniveau en hebben het vooral over mensen. Met uniek maatwerk pakken ze de armoede aan en produceren ze gezond voedsel, in dorpen waar afval grondstof is geworden. Ik heb bewondering voor deze vrouwen die vaak werken tegen de onderdrukking in. We kunnen iets veranderen door de complexiteit van hun werk te zien en te waarderen.

De nieuwe stadsbrug over de Waal.

Verkeer

Iets geheel anders, maar toch hetzelfde patroon. Het betreft verkeer in Nijmegen, begin 21e eeuw. Er werd een nieuwe woonwijk ontwikkeld aan de noodkant van de stad: de Waalsprong, voor circa 8000 inwoners. Bekend was dat meer dan 80% van de mensen die daar kwamen wonen aangewezen waren op de stad. Het verkeer stond al vast tijdens de ochtend- en avondspits, dus hoe kreeg je het extra woon-werkverkeer over de rivier? Dat was de vraag. We hadden een workshop gepland met een fraaie diversiteit aan deelnemers. We merkten dat verkeerskundigen een vrij lineaire manier van denken hadden: “wegenstructuur + files = extra asfalt.” Het draaide om optimaliseren en uitbreiden. In Nijmegen voltrok zich de volgende dialoog:

“Als alle mensen netjes 50 km/uur zouden rijden, kun je veel meer verkeer kwijt over de wegen.”
“Dus hoe uniformer mensen zich gedragen, hoe beter jullie verkeerssysteem functioneert?”
“Ja.”
“Maar mensen zijn niet uniform. Iedereen gedraagt zich anders.”
“Helaas wel ja.”
“Stel het zou niet ‘helaas’ zijn?”
“Hoe bedoel je?”
“Stel, je ontwerpt een verkeerssysteem dat steeds beter gaat functioneren als de verschillen tussen mensen toenemen?”
“Shit!”

Het kwartje viel. Verkeerstromen zijn complex en op het moment dat je dat accepteert en waardeert, kom je tot andere oplossingen. Er ontstond een creatieve golf, met allemaal nieuwe concepten. Helaas is daar weinig mee gedaan, want de politiek besloot tot de aanleg van een extra brug. Daarmee verdween de spanning. Immers: “nu is het probleem opgelost.” Jammer. Terugvallen op oude zekerheden biedt veiligheid.

Statistiek

Ik merk dat verzet tegen het unieke sterk verankerd is in statistiek. Deze drukt zich uit in gemiddelden, normale verdelingen en standaardafwijkingen. Wat afwijkt, is ruis. Ongewenst. Beleid voor de maatschappij hecht zich aan deze begrippen, beleid vanuit de maatschappij waardeert de ruis. Dat is de kern van waar het omgaat bij het hanteren van complexiteit. De grote ontdekking op basis van de chaostheorie is dat de ruis cruciaal is voor adaptatie en dat de echte oplossingen voor de toekomst in de marge beginnen, zoals de vrouwen die in Indiase dorpen werken aan kwaliteit van leven. Een flink aantal jaren geleden sprak ik met een stedenbouwkundige uit Heerenveen. Volgens mij heette ze Sjoukje. Ze had geohydrologische modelresultaten gekregen van een adviesbureau. “Als we hier twee miljoen kuub grondwater per jaar extra oppompen, heeft dat volgens de berekeningen geen enkel effect op de grondwaterstanden in Oranjewoud,” vertelde ze. “Ik heb geen verstand van geohydrologie, maar als ik naar de berekeningen kijk, word ik wel achterdochtig. Ze gaan uit van gemiddelde neerslag, gemiddelde verdamping, een gemiddelde kD-waarde en een gemiddelde C-waarde…. dan zal er gemiddeld ook wel niets van kloppen.” Ik gaf haar gelijk. Godfried Bomans stelde ooit: “En statisticus waadde door een rivier van gemiddeld één meter diep. De arme man, hij is jammerlijk verdronken.”

Lineaire modellen sluiten het niet-lineaire uit. Zo las ik in een artikel in de Correspondent welke uitgangspunten het Centraal Planbureau hanteert bij het doorrekenen van verkiezingsprogramma’s. Ik schrok. Zelfs nu nog. We maken ons afhankelijk van onjuiste redeneringen. Zo kunnen we het nog heel lang volhouden stuwdammen in rivieren te bouwen. Als raadslid krijg ik regelmatig verslagen voorgeschoteld, vol met getallen. Ik lees dan: “doelstelling gehaald.” En toch bellen mensen uit onze gemeente ons, met verhalen die tonen dat zich op microschaal kleine drama’s afspelen. Ze zijn de ruis?

Albert Borgmann

Het moet niet zo zijn dat het uitgaan van de kracht van mensen resulteert in een klaagzang over dreigende techniek. Ik ben op mijn harde schijf op zoek gegaan naar de essay dat ik in 2001 heb geschreven voor werkgroep Thales, de KIVI-werkgroep die zich richt op water en filosofie. Thales van Milete was de eerste presocratische filosoof en bekend van zijn uitspraak: “water is het mooiste dat er is.” Onze held dus. Binnen een seconde had ik het essay opgeduikeld. Daarin staat iets over Albert Borgmann. Hij maakt voor technieken onderscheid naar dingen en devices. Dingen – verwijzend naar Das Ding van Heidegger – versterken individuele verschillen en devices reduceren individuele verschillen. Bijvoorbeeld, een piano is een ding, want als ik erop speel wordt duidelijk dat ik iemand anders ben dan Toshiko Akiyoshi, om maar iemand te noemen. Een CD-speler is een device, want iedereen produceert dezelfde kwaliteit van muziek bij het afspelen van een CD. “Devices hebben geen context, ze worden bediend. Dingen geven oriëntatie aan mensen en laten mensen meer voelen en ervaren.” Ook al strandt dit gedachtegoed als je het vergaand doordenkt, het biedt wel een prettig houvast.

Holografisch

Veel mensen gebruiken het begrip ‘complexiteit’ als excuus om zich niet te interesseren voor processen op microschaal. “Alles hangt met alles samen, dus moeten we alle processen in samenhang beschouwen en alle relevante stakeholders daarbij betrekken,” zo stellen ze. “En als we dan burgers bevragen in de processen, doen we aan participatie.” Deze mensen snappen niet wat complexiteit is. Ze verwarren complexiteit met ingewikkeldheid. Op abstract niveau proberen ze bruggen te slaan, doch verzuipen in de vergaderingen, overleggen en afrekenbare succesindicatoren. De essentie van complexiteit is dat alles reeds met alles is verbonden – in de realiteit – dus hoeven we op abstract niveau niet alles met alles te verbinden. Wat zich voltrekt in het unieke verspreidt zich in tijd en ruimte. We noemen dat het holografische aspect. Als je een hologram kapotsmijt, vertonen alle scherven een afbeelding van het geheel. Richt je dus op de scherven. “Ja maar,” hoor je dan, “we moeten wel onze beleidsdoelen halen. In 2020 moet 20% van onze energie duurzaam zijn.” Dus richt men zich op megalomane projecten, met windmolenparken als investeringsobjecten en heeft men geen enkel oog voor de kleine initiatieven in dorpen. Het is niet “of … of” maar “en … en.”

Politiek

Stel we interesseren ons voor reële energieprojecten op microschaal, in plaats van onze geest te beperken tot generieke beleidsdoelen. Stel we verdiepen ons in de verhalen die mensen ons vertellen over de zorg die ze nodig hebben, in plaats van dat we een transitie benoemen die we top-down vormgeven. Stel we geven de ruimte aan boeren om vanuit hun vakmanschap het goede te doen, in plaats van dat we ze het LTO-regime van de schaalvergroting opleggen. Stel we hebben oog voor biodiversiteit, in plaats van dat we het landschap omploegen tot fatsoen en regelmaat. Stel we nemen de basisfilosofie achter de Omgevingswet serieus, in plaats van dat we ingewikkelde implementatiestrategieën configureren. En stel, we zien het leren als iets dat immer doorgaat, in plaats van dat het wordt gereduceerd tot pakketjes onderwijs…. dan gaan we de schoonheid van complexiteit ontdekken, elkaar opzoeken in de leefwereld: daar waar het gebeurt. En wellicht gaan we elkaar daardoor meer vertrouwen. De basis is dat we ervan uitgaan dat iedereen uniek is en de verschillen hoop bieden in plaats van dreiging.

 

Mobiele versie afsluiten