Bouwen aan vertrouwen
17 juni 2017De contramal van wie we zijn
28 april 2018In deze blog wordt opgeroepen strikt onderscheid te maken naar complex en ingewikkeld, voortbouwend op de blog van Gijsbert over complex, ingewikkeld en mijn eigen proefschrift. Complex is “wat is ontstaan” en ingewikkeld is “wat is gemaakt”. Denk bij complex aan alles wat leert en evolueert, zoals planten, dieren, bossen, sociale structuren en gedachten. Ze worden niet in elkaar geknutseld door mensen. Denk bij ingewikkeld aan machines, regels, protocollen en organogrammen. In principe zijn alle bouwstenen voor ingewikkeldheid bedoeld het leven aangenamer te maken. In deze blog werk ik het verschil nader uit aan de hand van onderstaande tabel.
Zelf herstellend of stuk
Als een ingewikkeld apparaat stuk is – of het nu een wekker is of een laptop – moet deze worden gerepareerd. De kwetsbaarheid is groot, want er hoeft maar één onderdeel te ontbreken en het werkt niet meer. Hoe anders is dat met complexe systemen. Raken deze beschadigd – zoals een bos bij een bosbrand – dan herstellen ze zich. Veelal komen ze (net) iets anders terug dan voorheen. Volgens Nassim Nicholas Taleb komen ze sterker terug. Hij noemt dat antifragiel. Complexe systemen leren. Het is maar goed dat ingewikkelde systemen niet zelf herstellend zijn, want we zitten bijvoorbeeld niet te wachten op een plaatliggerbrug die spontaan nieuwe takken aanmaakt en zich ontwikkelt tot een organisch geheel.
Dynamisch of in evenwicht
We spreken over stabiliteit als sprake is van een actieve handhaving. Bijvoorbeeld: een paard dat op vier benen staat is continu – zij het onbewust – bezig met het aanspannen van spieren zodat hij of zij overeind blijft staan. Schieten we het paard dood, dan valt het ten prooi aan de zwaartekracht en zal het in evenwicht (equilibrium) op de grond blijven liggen. Evenwicht is passief en statisch. Bij een stabiele kust is continu sprake van opbouw en afbraak. Na een storm treedt herstel op. Een kust met betonnen blokken verkeert in evenwicht en moet gerepareerd worden als stukken zijn weggeslagen. Punt van aandacht bij complexe systemen is dat ze zichzelf toewerken naar crises. We noemen dat self-organised criticality. De crises – vele kleine en zo nu en dan een grote – horen bij het dynamische gedrag, zoals dalen bij bergen. Je kunt ze niet vermijden.
Structureel onzeker of zeker
Bij ingewikkelde systemen is sprake van een hoge mate van zekerheid. Een horloge doet het en als hij het niet doet is hij stuk. De ingebouwde mechanismen garanderen voorspelbaar gedrag. Als ik dit schrijf is het vijf voor vijf. Over een uur is het vijf voor zes. Heerlijk voor mensen die zekerheid nastreven. Hoe anders is dat met complexe systemen. Het ene moment is alles koek en ei en laat het gedrag zich voorspellen. Dat kan opeens anders zijn. Het weer kan omslaan, het kabinet kan vallen, ik kan vervallen in depressiviteit of er is opeens sprake van een muizenplaag. Complexe systemen zijn moeilijk te temmen. Je kunt patronen benoemen, statistische berekeningen uitvoeren, toch blijven complexe systemen een eigen wil hebben. Niet voor niets stelde Niels Bohr: “Voorspellen is lastig, vooral als het de toekomst betreft.”
Holografisch
Je kunt bij complexe systemen inzoomen op een kleiner schaalniveau en steeds weer nieuwe boeiende patronen ontdekken, waarbij bepaalde patronen steeds terugkomen. Mensen kun je bestuderen op het schaalniveau van moleculen, cellen, weefsel, organen, individuen, groepen en bevolkingen. Al deze schaalniveaus doen ertoe. Bij ingewikkelde systemen is dat niet van toepassing. Een radertje in een horloge is niet opgebouwd uit oneindig veel kleine radertjes. We spreken over holografisch als dezelfde patronen op verschillende schaalniveaus herkend kunnen worden. In de natuur komt dit veel voor.
Sturing: adapteren versus optimaliseren
Vanwege de grote voorspelbaarheid in gedrag kun je ingewikkelde systemen optimaliseren. Hiervan is sprake als doelen vaststaan. Bepaald kan worden hoe deze zo efficiënt mogelijk kunnen worden gerealiseerd. Bij complexe systemen is dat onmogelijk, want doelen staan niet vast. We spreken dan over adapteren: een continue aanpassing aan veranderende omstandigheden. Iemand die een brede drukke straat met vluchtheuvels oversteekt, kijkt naar links, dan naar rechts, en als het kan steekt hij of zij over naar de volgende vluchtheuvel. Het moment van arriveren aan de overkant is sterk afhankelijk van het verkeersaanbod. Adapteren is dé manier om met structurele onzekerheid om te gaan.
Sturing: ervaringskennis of expliciete kennis
Op deze site zijn vooral hierover vele teksten te vinden. Een belangrijke studie betreft de studie naar water en ervaringskennis. We tonen daarin aan dat watervraagstukken steeds complexer worden en dat voor het hanteren van die complexiteit het benutten van ervaringskennis cruciaal is. Ervaringskennis is kennis die mensen opdoen door te leven en bezig te zijn. Deze kan veelal niet onder woorden worden gebracht. Hoe, bijvoorbeeld, kan het dat een ervaren timmerman moeiteloos een spijker in een muur slaat terwijl een onervaren iemand met dezelfde kracht en hamer er weinig van brouwt. Onze hersenen hebben zich zo ontwikkeld in de loop der eeuwen dat ze complexe vraagstukken aankunnen. Bij ingewikkelde systemen volstaat expliciete kennis, een nauwkeurig beschreven handleiding met behulp waarvan je iets voorspelbaar goed voor elkaar kunt krijgen, alsof het een Ikea-meubel is.
Sturing: wel of niet zelf een onderdeel van aan te sturen systeem
Bij ingewikkelde systemen is er afstand tussen wij – die sturen – en het aan te sturen systeem. De kwaliteit van wat ik bereik hangt niet of nauwelijks af van mijn eigen capaciteiten. Veel ingewikkelde apparaten hebben een aan- en uitknop. Druk je op de aan-knop, dan doet ie het. Bij complexe systemen ben ikzelf een onderdeel van het aan te sturen systeem. Wat ik bereik hangt sterk af van wie ik ben en van de kwaliteit van de dialogen die ik arrangeer met anderen. Belangrijk besef is dat een apparaat ingewikkeld kan zijn, maar het aansturen ervan complex. Als ik een ervaren boer op z’n trekker zie rijden, zie ik machine en boer als één geheel: complex en sterk afhankelijk van de ervaringskennis van de boer. De volgende vraag is gerechtvaardigd: kan er überhaupt sprake zijn van niet-complexe sturing? Persoonlijk neig ik naar ‘nee’. Het aansturen van een kookwekker is niet-complex, maar als ik het beschouw als een klein onderdeeltje van het maken van een heerlijke lasagneschotel, is het geheel toch echt complex… met verrassend resultaat.
Hybride processen
Het moge duidelijk zijn dat complex en ingewikkeld verschillende begrippen zijn. Complexiteit was er altijd al, ingewikkeldheid is een toevoeging van de mens. De grens is niet altijd scherp te trekken, want de meeste processen zijn hybride. Bijvoorbeeld: samenwerking ontstaat, maar kan ook worden afgedwongen: “Gij zult samenwerken!” Complex en ingewikkeld lopen door elkaar heen en hebben elkaar nodig in de huidige samenleving: “Ik loop door het bos (complex) en denk na (complex) over de nieuwe wekker (ingewikkeld) die ik aan ga schaffen.” We leven in een groot samenhangend complex geheel met hier en daar een eilandje van ingewikkeldheid. Deze ingewikkeldheid – we spreken over instrumenten – maakt het leven voor ons aangenamer. Zolang daarvan sprake is, spreken we over een gezonde balans tussen complexiteit en ingewikkeldheid.
Ingewikkeld domineert
Velen van ons ervaren dit deze gezonde balans niet en dat we zijn doorgeslagen naar ingewikkeldheid. Het is één en al ingewikkeldheid die we doorleven als we iets voor elkaar proberen te krijgen. Hij lijkt alsof het geheel in samenhang ingewikkeld is en er hier en daar sprake is van een eilandje van complexiteit, als Oostvaardersplassen in een totaal gecultiveerd landschap. Omgekeerde wereld dus. We proberen de complexiteit die ons leven siert te onderdrukken en hebben daarbij de illusie dat we daardoor processen kunnen controleren, beheersen en optimaliseren. De instrumenten die we daarvoor ontwikkelen zijn na verloop van tijd geen hulpmiddelen meer, maar bepalen wat wij moeten doen. Wij onderwerpen ons eraan.
Waarom? Omdat we niet van onzekerheden houden, laat staan structurele onzekerheden. Ik heb ooit eens geschreven van: “we doen liever met zekerheid iets fout dan met kans iets goed.” Wat we doen moet voorspelbaar uitmonden in het gewenste resultaat. Lukt dat niet, dan rekenen we elkaar erop af. Het gevolg is dat de ingewikkeldheid blijft toenemen en weinigen door de bomen het bos nog kunnen zien. Het onderdrukken van complexiteit is als het kneden van water. Het kan niet. De belangrijkste stap om verder te komen is te accepteren dat complexe processen complex zijn… dan kunnen we ons ontdoen van veel ingewikkeldheid. We zullen dan ook moeten beseffen dat wat bereikt kan worden niet onafhankelijk is van wie we zijn en de kennis die we al dan niet met ons meedragen.
Omgaan met complexiteit
Wie grasduint op deze site komt enorm veel tegen over het omgaan met complexiteit. Een belangrijk aangrijpingspunt is het cadeautje dat complexiteit ons aanreikt: het holografische aspect. Wie een hologram kapotsmijt ziet in elke scherf een afbeelding van het geheel. Als je niet in staat bent de problematiek op het schaalniveau van één scherf op te lossen, waarom zou je dan wel de problematiek van het integrale samenhangende geheel kunnen oplossen? Daar zit ‘m de kernboodschap: richt je op een scherf. Door het holografische aspect van complexiteit krijg je al doende – adapterende – inzicht in de samenhang van processen. Daarom zeggen we in Werkplaatsen dat je jezelf moet focussen op een vraagstuk dat klein, lokaal en concreet is. Alleen dan voorkom je dat je verstrik raakt in ingewikkeldheid.
We zijn te druk
De boodschap is zo simpel en zo helder dat iedereen zou moeten denken van: “Hé, laat ik eens proberen de schoonheid van complexiteit te zien en op zoek gaan naar een gezonde verhouding tussen complex en ingewikkeld.” Echter, we worden in ons werk al zo sterk opgeslokt (ingeklemd) door de ingewikkeldheid dat we geen tijd meer hebben de mogelijkheden te verkennen. Iedereen is druk, druk en druk. We moeten formuleren invullen, controle uitoefenen (op hen die controleren) en met risicomanagement onzekerheden beteugelen opdat we niet afgerekend kunnen worden op fouten. Ingewikkeldheid is niet erg, maar te veel ingewikkeldheid wel. Stelling: als we de juiste balans vinden tussen complex en ingewikkeld reduceren we 30% van de kosten, neemt het werkplezier toe, leveren we werk met hogere kwaliteit en maken we voortgang bij innovaties. De moeite van het ontdekken waard?
2 Comments
(Vanmiddag je presentatie in Haren bijgewoond van de NMFG)
Je gebruik van de term “ingewikkeld” vind ik verwarrend omdat complexiteit ook ingewikkeld is – dus geen zuivere tegenstelling. Handiger lijkt mij om tegenover elkaar te stellen: “natuurlijk” versus “kunstmatig”. “Kunstmatig” is doelbewust ontworpen en dus feilbaar, terwijl “natuurlijk” ontstaan is, zonder doel en (dus) onfeilbaar: de natuur maakt geen fouten. Als de natuur in onbalans raakt dan beoordelen we dat vaak als “schadelijk”, maar dat is een menselijk waardeoordeel. De natuur herstelt zich altijd wel weer op een ander evenwichtsniveau.
Onterecht vind ik daarom dat je bij “ingewikkeld” de term “in evenwicht (equilibrium)” toepast. Het kenmerk van evenwicht is juist dat een kleine afwijking weer automatisch hersteld wordt en dat is typisch een kenmerk van complexe ecologische systemen. Kunstmatige systemen zijn juist niet in evenwicht: een klein gebrek heeft vaak grote gevolgen: de machine doet het niet meer. En een zichzelf herstelllende robot moet nog worden uitgevonden! En wat betreft zekerheid: een kunstmatig systeem heeft een algoritmische zekerheid: als je het recept precies volgt krijg je het goede resultaat. Bij natuurlijke, complexe systemen is het resultaat altijd onzeker vanwege het chaotische karakter van de diverse onderdelen.
Over jouw toepassing van het holografisch principe moet ik nog even nadenken….
Beste Ton, ik plaats de termen ingewikkeld en complex dan ook niet tegenover elkaar. Ze liggen in het verlengde van elkaar. Alle complexe processen vertonen stabiliteit. Ze herstellen zich na verstoring. Nobelprijswinnaar Ilya Prigogine spreekt daarbij over ‘far-from-equilibrium.’ Mechanische processen kunnen verkeren in een toestand van equilibrium. Ze leren en evolueren niet. Het is een kwestie van terminologie.
Met vriendelijke groet, Govert