Gilden 2.0
15 januari 2017
Omgevingwet: de betekenis voor raadsleden
29 januari 2017
Gilden 2.0
15 januari 2017
Omgevingwet: de betekenis voor raadsleden
29 januari 2017

Als ik de kranten lees, moet ik me onveiliger voelen dan ooit. Overal zijn aanslagen – vooral door IS – en als ik fiets met een smartphone in mijn hand knal ik tegen alle auto’s op. Toch voel ik mij veilig, zelfs als ik in mijn eentje door het centrum Mashhad in het noordoosten van Iran loop, vol met Sjiieten. “De as van het kwaad.” Ik zie en spreek alleen aardige mensen. Deskundigen geven aan dat het nu veiliger is dan ooit, vooral in onze westerse wereld. Waarom is er door de realiteit heen een beeld aanwezig dat we zwaar moeten investeren in meer blauw, meer tanks, peperdure JSF’s en beveiligingsdiensten? Omdat er sprake is van een soort selffulfilling prophecy! Zolang we het uitschreeuwen dat alle moslims terroristen zijn, krijgen we uiteindelijk bevestiging. Elke keer als er vele doden te betreuren zijn door een aanslag, zie ik Geert Wilders met een grote grijns op zijn gezicht op de televisie: “Zie je wel, ik heb toch gelijk gehad.” Hij profiteert van elke aanslag en zegt er tegen te willen strijden. Hoe hypocriet kun je zijn? Als ik een stok dreigend in een wespennest steek, moet ik niet verbaasd zijn dat ik gestoken word. In deze blog ga ik wat dieper in op het begrip veiligheid. Wat is dat? En wat kunnen we als lokale politici ondernemen?

Risicoperceptie

Mensen handelen niet op basis van de werkelijkheid maar op basis van de beelden die ze hebben van de werkelijkheid. Politici hebben vaak weinig invloed op de werkelijkheid, dus wat je ziet is dat ze vooral proberen onze beelden van de werkelijkheid te beïnvloeden. En dat is niet moeilijk. Vooral als je populistisch ingesteld bent, biedt het huidige tijdgewricht ongekende kansen, mede dankzij televisie en internet. We lopen een risico en hebben een beeld van dat risico. Dat laatste noemen we risicoperceptie. Is mijn risicoperceptie hoog, dan voel ik mij onveilig en ga eerder op een partij stemmen die mij belooft de veiligheid te vergroten. Denk aan Geert Wilders, Donald Trump en Marine le Pen. Welke factoren beïnvloeden de risicoperceptie? Ik noem hier negen, gebaseerd op het werk van Paul Slovic:

  1. Het werkelijke risico;
  2. Tijd;
  3. Cultuur;
  4. De mogelijkheden om zelf de risico’s te beïnvloeden;
  5. Keuzevrijheid;
  6. Voordelen die het risico compenseren;
  7. De aandacht die eraan geven wordt in de pers;
  8. De manier waarop risico’s worden gecommuniceerd;
  9. Het vertrouwen in de overheid.

Stel, ik streef naar de absolute macht, ten koste van de kwaliteit van leven in Nederland. Dan ga ik bovengenoemde factoren zo beïnvloeden dat ik uiteindelijk “gelijk krijg” zodat vele mensen op mij gaan stemmen. Wilders weet dat, Trump en Le Pen. Ook Adolf Hitler wist het. Simpel. Het is een bewezen concept. Dus waarom zou je er niet naar handelen? Ik ga de negen factoren toelichten op basis van de dreiging van terrorisme.

Terrorisme

Natuurlijk bepaalt het werkelijke risico mijn perceptie, echter als gemiddelde burger ga ik geen wetenschappelijke artikelen lezen. Bovendien, de intellectuelen – zo stellen de populisten – hebben de basis gelegd voor de belabberde situatie in Nederland. Ze representeren de elite – de gevestigde orde – die ervoor heeft gezorgd dat de gewone burger wordt gemarginaliseerd. De Tegenpartij stelde reeds in 1981:

Van Es: “Weg met de interrectuelen.”
Jacobse: “Intellectuelen, van Es. (…) En waarom?”
Van Es: “Dat ben ik effe kwijt.”
Jacobse: “Omdat niemand er wijzer van wordt, van intellectuelen.”

(1) Door je af te zetten tegen mensen met kennis, is de weg vrij om de grootste onzin te verkopen, immers deze komt van ons, het volk, zij die door de heersende elite in het verdomhoekje wordt gezet. Door de hele geschiedenis zien we dit patroon, tot aan boekverbranding aan toe. Dictators rekenen af met de intellectuelen.

(2) Tijd. Als er een aanslag is in Brussel of Parijs, hoor je: “Dat had ook in Nederland kunnen gebeuren.” Hoe korter het geleden is dat we aanslagen op de beeldbuis gezien hebben, hoe sterker ons besef van onveiligheid is, vooral als er een aanslag is gepleegd op een plek waar ik zelf ook ben geweest, of had kunnen zijn. Hoe korter het geleden is en hoe kleiner de afstand, hoe groter mijn risicoperceptie.

(3) Cultuur. Dit is de neerslag van al ons handelen. Hebben we een cultuur waar mensen nuchter reageren op gebeurtenissen, hun schouders ophalen en relativeren, zoals hier in Fryslân, dan dringt angst minder snel door in de haarvaten van ons sociale systeem. Als er zeer veel aanslagen op een rij plaatsvinden, verdwijnt het schrikeffect. Het gaat dan “een beetje bij onze cultuur horen.”

(4) De mogelijkheid om zelf risico’s te beïnvloeden. De kans op een auto-ongeluk is groter dan een terroristische aanval. Het verschil is echter dat ik mijn risico’s op de weg enigszins zelf kan beïnvloeden, terwijl een aanslag je opeens overkomt. Je loopt in een druk winkelcentrum en plotseling hoor je een knal. Ik heb er geen invloed op.

(5) Keuzevrijheid. Aanslagen vinden plaats op plekken waar veel mensen zijn. Ik kan deze mijden. Als ik zelf ervoor kies op een dergelijke locatie te zijn, kijk ik anders tegen het risico aan dan als ik er door anderen toe gedwongen wordt.

(6) Voordelen die het risico compenseren. Als ik regelmatig vertoef op een locatie waar de kans op een aanslag reëel is, heb ik de neiging de risico’s voor lief te nemen als ik het prettig vind om daar te zijn of er geld verdien. Mijd ik deze plek, dan ontneem ik mij een deel van de kwaliteit van mijn leven.

(7) De aandacht die eraan gegeven wordt door de pers. Als aanslagen regelmatig de voorpagina van mijn krant halen en er wordt volop ruimte gegeven aan politici die de schuldvraag inwrijven, kan mij het gevoel bekruipen dat het slecht gesteld is met de veiligheid. Er ligt een enorme verantwoordelijkheid bij journalisten en redacteuren. Uitvergroting resulteert in hogere kijkcijfers op TV.

(8) De manier waarop risico’s worden gecommuniceerd. Hier is sprake van een paradox voor de overheid. Enerzijds wil je dat mensen zich bewust zijn van risico’s, anderzijds wil je dat mensen kwaliteit van leven moeten hebben zonder steeds te piekeren.  Het is bij paradoxen niet een kwestie van “of … of” maar van “en … en.” De kunst is deze paradox zo goed mogelijk te hanteren, echter ik zie dat dit niet altijd even goed lukt. Toen er dreiging was op Schiphol waren zelfs op het treinstation veiligheidsmedewerkers aanwezig die ervoor zorgden dat mensen niet op een kluitje gingen staan op het perron. Ik vond dat irritant – want ze vroegen het niet vriendelijk – en tegelijkertijd ging ik er wel over nadenken. Wellicht was dit wel een juiste manier van communiceren.

(6) Het vertrouwen in de overheid. We noemen dit ook wel systeemvertrouwen. Als deze laag is – zo heb ik geleerd van Cees van Woerkum van de WUR – reageren mensen niet op informatie maar op perifere prikkels: signalen uit onbetrouwbare bron die volledig broodje aap kunnen zijn. Het systeemvertrouwen bevindt zich op dit moment op een dieptepunt. Vandaar dat nepnieuws zo gemakkelijk wordt geabsorbeerd. Er ontstaat sowieso een rare verhouding tussen overheid en bewoners. Hans Boutellier duidt deze als de Bungee Jump maatschappij. Hierin voelen mensen zich in hun vrijheid beteugeld als de overheid beperkende regels stelt. Ze willen alles overal en altijd kunnen doen. Echter, als er iets fout gaat, stellen ze de overheid verantwoordelijk en vinden ze dat er onvoldoende maatregelen zijn genomen ter beheersing en controle van de risico’s. Ze willen als het ware de vrijheid van de vrije val én de zekerheid van het elastiek. De overheid moet voor het elastiek zorgen.

Voor de dreiging van terrorisme zijn niet alle factoren van even groot belang. Bij andere risico’s kan het anders zijn, zoals bij autorijden, roken, schaatsen op natuurijs, werken met machines, wandelen langs ravijnen, documenten versturen via internet, het gaan wonen in een dijkhuis langs de rivier, het open houden van kerncentrales en ga zo maar door. Het is interessant voor verschillende risico’s na te gaan hoe de negen factoren doorwerken in de praktijk.

Veiligheid

Wanneer spreken we over een veilige situatie? Als risico en risicoperceptie in balans zijn. Er is dan weliswaar sprake van een situatie waar het fout kan gaan, maar het gedrag is erop aangepast. Bergbeklimmen is risicovol, echter als de juiste voorbereidingen zijn getroffen en er is goed getraind en geoefend, hoeft het niet onveilig te zijn. Bij autorijden is de perceptie van het risico veelal kleiner dan het risico zelf, dus is vrijwel continu sprake van een onveilige situatie. Onderzoek heeft vastgesteld dat 80% van de mensen met rijbewijs stelt beter te kunnen autorijden dan de gemiddelde Nederlander. Als we onze grondwet serieus nemen, moeten we ervoor zorgen dat er veilig gewoond, gewerkt en gerecreëerd kan worden in Nederland. Daarvoor moeten we de risico’s op een acceptabel niveau houden. Van een nul-risico zal nooit sprake zijn, mede omdat we als mensen steeds nieuwe ontdekkingen doen en grenzen willen verkennen. Dat maakt Ulrich Beck duidelijk in zijn visie over de risicomaatschappij. Risico hoort bij het leven.

Politiek

Nu terug naar de politieke arena. De geschiedenis leert dat een hoge risicoperceptie uitmondt in verkiezingswinst voor het rechtse conservatieve spectrum van de politieke partijen. Zij profiteren van maatschappelijke onrust, bijvoorbeeld rond de dreiging van terrorisme. Nu gaan de meeste politici daar zorgvuldig mee om, vooral omdat ze ethisch besef hebben. Echter er zijn ook politici die het vuurtje opstoken en zich daaraan warmen. Ze werken enerzijds mee aan de vergroting van de dreiging, door toepassing van sterk beproefde principes: (1) zorg dat de verschillen tussen arm en rijk toenemen en (2) marginaliseer en beledig groepen in onze samenleving. Succes gegarandeerd. Het terrorisme neemt toe. Anderzijds bewerken ze de percepties door: (a) de gevestigde orde – de elite – aan te wijzen als oorzaak voor alle problemen en zelf ongevoelig te zijn voor de waarheid, (b) risico’s uit te vergroten, (c) met de pers een spel te spelen van “als je niet voor ons bent, dan ben je tegen ons” en (d) de betrouwbaarheid van de overheid ter discussie te stellen en uit te hollen, mede door zelf onbetrouwbaar gedrag te vertonen. Je kunt op deze wijze zelfs president worden, zo blijkt. De wereld wordt er wel onprettiger door.

De vraag is dan: komen ze hiermee weg? Antwoord: in eerste instantie wel. Ze scoren enorm, vooral op de korte termijn. Dat is ook te verwachten bij het regime van Trump. De economie gaat aantrekken, meer mensen vinden een baan en door het protectionisme floreert de Amerikaanse interngerichte markt. Door van een open maatschappij naar een gesloten maatschappij te gaan met zelfs een muur tussen de Verenigde Staten en Mexico, lijkt het erop dat alles koek en ei is. Echter, na verloop van tijd neemt de onrust toe. Vooral de schatrijke Amerikanen zullen profiteren van het nieuwe regime – “those who have will get” – en de onveiligheid blijkt alleen maar toe te nemen, vooral als gevolg van de polarisatie. Donald Trump is er niet voor alle Amerikanen, maar alleen voor degenen die het met hem eens zijn. Kortom: hij sluit uit (zie ook de column over in- en uitsluiten). Hij maakt dingen simpel die complex zijn. Wat we kunnen leren uit de complexiteitswetenschap is dat dit in aanvang tot successen kan leiden. Echter, complexiteit laat zich niet terzijde schuiven en komt terug op onverwachte wijze, als een boemerang. Er ontstaan problemen die opgelost moeten worden en op hun beurt weer nieuwe problemen oproepen. Middelen worden erger dan de kwaal en voor je het weet moeten er miljarden in het systeem worden gepompt om het geheel in het gareel te houden. Uiteindelijk zullen anderen de macht weer overnemen. Dit patroon wordt niet voor het eerst doorlopen. Het herhaalt zich door de hele geschiedenis van de mensheid.

SAMenwerken

Wat kun je doen als rechtgeaarde lokale politici, in het linker spectrum en het radicale midden? Heel veel. Wij opereren namelijk in de haarvaten van onze democratie en onze belangrijkste taak is het herstel van het systeemvertrouwen. Daar is veel werk te doen, want deze heeft de laatste jaren flinke deuken opgelopen. Niet voor niets is er zoveel ruimte ontstaan voor populistische geluiden. Toon interesse in wat er in de leefwereld speelt, ken de verhalen die er verteld worden en ontwikkel in wisselwerking met anderen praktische wijsheid. Neem onzekerheden van mensen serieus, ook al zijn ze gebaseerd op broodjes aap. Verschuil je niet achter normen, regels en protocollen, maar neem de verantwoordelijkheid die je van de kiezer hebt gekregen. Ga SAMenwerken tegen de stroom van versnippering in en laat je niet verleiden tot polarisatie. Het gaat erom de positieve waarden die je nastreeft te realiseren. Verzet je tegen de Bungee Jump maatschappij door de dialoog aan te gaan over verantwoordelijkheden, dwars door onze gemeenschap heen. Zo bouw je vertrouwen op, op praktische wijze. En pas als het vertrouwen hersteld is, kun je werken aan de vergroting van de veiligheid. Voorlopig zullen we moeten meeveren in het proces van meer blauw en meer beveiligingsmaatregelen. Het kan niet anders.

Lokaal hebben we weinig invloed op wat er op wereldschaal gebeurt. Wel kunnen we er alles aan doen om risico en risicoperceptie met elkaar in balans te brengen, onder andere door goede informatie te verschaffen, op zorgvuldige wijze met de pers om te gaan en de communicatieparadox op goede wijze te hanteren. Dit is de contramal van wat sommige populisten doen. Noodzakelijk, want ook al kunnen we risico’s niet wegnemen, we kunnen er wel aan bijdragen dat er op een goede manier met de risico’s wordt omgegaan. Dit is een complexe maatschappelijk uitdaging, de moeite waard om aan te gaan. Als we de mechanismen van toenemende onveiligheid kennen, weten we ook hoe we de veiligheid kunnen vergroten. Of zoals we leerden in het eerste college Civiele Techniek in Delft: “Als je weet hoe iets kapot kan gaan, weet je ook hoe je het heel kunt houden.”

 

 

 

Govert
Govert
Opleiding: TU Delft Civiele Techniek en promotie aan Universiteit Twente. Hij heeft eigen bureau: Geldof c.s., gevestigd in Tzum. In april 2020 is bij Uitgeverij Elikser zijn nieuwe boek verschenen met als titel "Halvering van de waanzin."

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *